De zoektocht naar personeel

De lokale en regionale horecabazen weten me dezer dagen te vinden. Met het einde van de pandemie in zicht, met de eerste voorzichtige versoepeling van de regels, zijn ze allemaal op zoek naar personeel.

Zoals ik al eerder schreef, kampt de branche al jaren met een personeelstekort. En door de pandemie heeft een (groot) deel van de obers en koks elders emplooi weten te vinden. In zo’n situatie zijn stagiaires een uitkomst. Ze moeten misschien wel nog de finesses van het vak leren, maar zijn vaak leergierig, enthousiast en lopen hard. En ze zijn niet duur, dat ook.

Ik hoor verhalen dat alle verloven zijn ingetrokken van horecapersoneel dat ondanks corona is gebleven. ‘We hebben je het afgelopen jaar doorbetaald, dus dan moet je ook maar werken’, hoor ik.

Nou wil ik niet overkomen als een overbezorgd iemand, of een zeurpiet. Maar … ik maak me toch echt zorgen over deze tendens. De afgelopen jaren is een ontwikkeling ingezet, waarbij de horeca steeds meer op andere bedrijfstakken is gaan lijken; met redelijke arbeidstijden, aardige salarissen en maatschappelijke betrokkenheid.

Ik vind het lastig om iemand met bijvoorbeeld een nul-uren contract te vragen of hij/zij tijdens de zomervakantie beschikbaar is voor werk. Of dat hij afspraken moet afzeggen die al lang vast staan.

Het is belangrijk om nieuwkomers – lees scholieren en stagiaires – te laten zien dat de horeca gewoon heel erg leuk is. En dan past het niet om van een stagiair die volgens afspraak 32 uur werkt, het dubbel aantal uren te laten draaien. Laten we nou met z’n allen ons volle verstand gebruiken.

Ik begrijp dat het water bij een deel van de horeca aan de lippen staat. Natuurlijk willen we – als branche die het zwaarst is getroffen van alle bedrijfstakken - weer open. Maar laten we alsjeblieft de redelijkheid niet uit het oog verliezen.

 

Interessant: Volg Armijn op Instagram en Facebook