De Onderwijsinspectie ziet landelijk dat steeds meer leerlingen en studenten de basisvaardigheden taal, rekenen en burgerschap onvoldoende beheersen. Deze vaardigheden zijn essentieel voor het zelfstandig functioneren in de maatschappij. Summa speelt hierop in door het remediërende* keuzedeel ‘Toewerken naar 2F’ aan te bieden, waarmee studenten worden bijgespijkerd zodat zij met de juiste bagage en vol vertrouwen na het behalen van hun vakdiploma de maatschappij in kunnen gaan. Acht leerlingen van de opleiding Basiskapper van Summa hebben dit schooljaar als eerste deelgenomen aan dit programma.

De deelnemende studenten hebben Nederlands niet als moedertaal. "We zijn gestart met een nulmeting. Studenten maakten een toets op het gebied van lezen, luisteren, gesprekken voeren, schrijven en spreken”, vertelt Nikki Korsten, docent Nederlands bij Summa. "Alle studenten die onder niveau 2F scoorden, mochten meedoen. Zij kregen drie uur per week extra Nederlandse les in een kleine groep, waardoor we maatwerk konden leveren. Onze studenten zijn het waard om in te investeren, ze zijn onze toekomst. Het zijn stuk voor stuk fantastische kappers die nu met meer zelfvertrouwen de maatschappij ingaan."

Voldoende

De resultaten zijn duidelijk zichtbaar. Alle studenten hebben hun toets Nederlands aan het einde van het schooljaar gehaald. “Je moet deze toets met een voldoende afsluiten, anders krijgen ze het kappersdiploma niet, hoe goed ze vaktechnisch ook zijn”, benadrukt Korsten. Ze is blij dat Summa kritisch kijkt naar het aanbod van taal, rekenen en burgerschap. "Het taalaanbod kan en moet completer. Het gaat niet alleen maar om technische zaken zoals bijvoeglijke naamwoorden, maar je moet studenten ook laten oefenen met schrijven en spreken. Ze struikelen bijvoorbeeld vaak bij de in Nederland gebruikelijke ‘verhaaltjessommen’. Als je de taal minder goed beheerst, wordt dat lastig. Voor onze kappersopleiding is het bijvoorbeeld belangrijk dat ze een instructie voor het gebruik van een haarproduct goed leren lezen."

Korsten vindt het belangrijk dat er eerst gekeken wordt naar wat studenten al kunnen. “We kunnen er niet vanuit gaan dat alle studenten het basisniveau beheersen wanneer ze starten met de opleiding. Als we kijken wat ze al wel kunnen, dan spijkeren we ze bij in wat ze nog nodig hebben, waardoor uiteindelijk minder studenten uitvallen op het mbo.”

Gelijkgestemden

De 25-jarige Luwam Anketse en de 24-jarige Bisrat Welderufale uit Eritrea zijn twee studenten uit de eerste groep. Zij pakten de extra lessen Nederlands met beide handen aan. “Je krijgt les in een kleine groep met allemaal andere studenten die ook moeite hebben met de Nederlandse taal. Dat vond ik heel prettig. Je bent met gelijkgestemden en je loopt tegen dezelfde dingen aan”, vertelt Bisrat. Luwam is het met haar eens. "Het heeft mij heel veel gebracht. Het tempo is niet zo hoog, er is tijd voor je en ik merk dat ik veel zelfverzekerder een gesprek aanga. En dat we allebei geslaagd zijn, is fantastisch”, sluit Luwam af.

Volgend schooljaar starten bij de opleiding Basiskapper twee groepen van maximaal 12 studenten aan het keuzedeel ‘Toewerken naar 2F’. "We zien het verschil, dus we blijven investeren”, aldus Korsten. 

Het keuzedeel ‘Toewerken naar 2F’ is een remediërend keuzedeel. Deze ‘bijspijker keuzedelen’ zijn gericht op het wegwerken van achterstanden voor het behalen van de beoogde kwalificatie. Door deze keuzedelen aan te bieden hebben studenten met een achterstand meer kansen op een goede doorstroom naar een vervolgopleiding of voorbereiding op participatie op de arbeidsmarkt en in de samenleving. Zo is bijvoorbeeld een goed taal- en rekenniveau essentieel voor het functioneren in de samenleving. Meer weten over het keuzedeel ‘Toewerken naar 2F’? Mail naar Andrea Bell.