Bregje volgde de hbo-opleiding maatschappelijk werk en dienstverlening. Aan het begin van de studie merkte ze dat ze een voorsprong had op havo-studenten. Zowel qua kennis als vaardigheden.

Op de middelbare school was het voor Bregje al duidelijk dat ze voor de reclassering wilde werken. “Cliënten begeleiden en samen proberen gedragsverandering te realiseren, dat ligt me.” Ze koos voor een juridische opleiding met een sociaal-maatschappelijke richting bij het Summa College, om daarna door te stromen naar het hbo.

Stage-ervaring

Bregje heeft op het hbo veel profijt van haar mbo-opleiding, zegt ze. “Op het mbo heb ik twee stages gelopen, waardoor ik een goed beeld heb van het werkveld. Ik weet hoe het in de praktijk werkt en hoe je met mensen omgaat. Havisten hebben die stage-ervaringen niet. Zij waren in het begin verbaasd dat ik al veel wist. Doordat ik weet hoe het in de praktijk werkt, kan ik theorie tijdens mijn hbo meteen koppelen aan de praktijk.”

Perfecte tussenstap

Een mbo-opleiding is een goede basis voor het hbo, vindt Bregje. “Zeker als je net als ik weet welke richting je op wilt, is het mbo na het vmbo of na 3 of 4 havo een perfecte tussenstap. Je krijgt dan bovendien geen biologie of geschiedenis, maar beroepsgerichte vakken. Dat motiveert.”